Na Versailles
November bijna en op ’t grasveld naast de cementfabriek
waren ze vliegtuigpropellers aan ’t verzagen
tot brandhout, ja, gewoon met de spanzaag
ze kleedde zich uit maar ik moest blijven kijken
naar die man en dat jongetje, daarzo bezig, al maandenlang
ze pakte ’t geld aan van over de and van ’t kamerschaerm
geld dat met iets van spijt werd nageteld toen ik
tenslotte m’n boordje weer had omgeknoopt en
met m’n elleboog een stofje van m’n hoed afveegde-
hoe naakt ze was daarvoor, op altijd weer die lange zwarte
kousen na, die knisperend elkaar soms raakten
zo vergleed de middag, m’n hand langs de trapleuning omlaag
een sterke zuurkoollucht op de portalen en kou
hing in de kleren van de vent die na me kwam
zaagsel stoof voorbij de halte in de Dxc3xbcsseldorferstrasse
Hans Tentije