Leerling
Iedere ochtend gaat hij trouw naar school,
door wind en wind, van kilometers ver
-moe heeft z’n brood gesmeerd, hem uitgezwaaid-.
Hij zet z’n fiets weg en haast zich gedwee
naar het lokaal. Gaat zitten. Dan ’t gebed:
Dat ze vandaag maar weer kracht-van-omhoog
ontvangen mogen en hun werk met ijver
volbrengen. Amen. Dan begint de les.
Zo gaat dat alle dagen door. Hij leert
en leert en leert en hij doet z’n best.
En later zal hij veel verdienen en vanuit
de hoogte neerzien op het ouderlijk nest.
Anton Korteweg