Ondertussen in Twisted River

Omdat J. het begroette alsof ze er lang naar uit had gekeken en ik destijds toch ook The World according to Garp en The Hotel New Hampshire met plezier gelezen had schafte ik mij de nieuwe John Irving aan: Last Night in Twisted River. Het is bovendien ook het seizoen voor pillen van ruim 500 pagina’s; kijk maar naar buiten. Maar het viel me niet mee.

Een boek mag van mij best wat minder puntig geschreven zijn en tegen een uitweiding hier en daar heb ik helemaal geen bezwaar, maar Irving is in Twisted River wel erg weinig ‘to the point’. Hij lijkt er bovendien van uit te gaan dat het met het geheugen van zijn lezer niet best gesteld is. De hoofdpersonen zien zich gedwongen een paar keer hun naam te veranderen en dan denk je inderdaad wel eens, vooral als je even niet gelezen hebt: wie is dit ook alweer? Dat denkwerk wil Irving ons besparen, dus moet ik veel te vaak bijzinnen leen als: "Danny Angel, nxc3xa9 Danny Baciagalupo… " terwijl ik dat dan al lang weet.

Maar ik vind het moeilijk een eenmaal opengeslagen boek definitief ter zijde te leggen voor ik het uit heb. Ik heb deze Irving dan ook een paar maal meer uit plichtgevoel weer opengeslagen dan uit verlangen verder te lezen. Zo passeerde ik de 200 pagina’s grens en toen is het toch nog ergens gebeurd. Zonder dat ik het nog in de gaten had werden Twisted River en ik alsnog vrienden. Pas bij de volgende passage op bladzijde 263-264 werd ik me daarvan echt bewust:

The cook knew why he had cried: his "memories" had nothing to do with it. (…) That Daniel was coming to diner at Avellino alone was fine with Tony Angel, but that his son was alone (and probably would remain so) made the cook cry. If he worried about his grandson (…) the cook was sorry that his son, Daniel, struck him as a terminally lonely, melancholic soul. He’s even lonelier and more melancholic than I am! Tony Angel was thinking.

En als je er eenmaal in zit leest zo’n boek een stuk leuker. En sneller. Vooral met zo’n herfst.

November


NOVEMBER

Het regent en het is november:
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt.
En in de kamer, waar gelaten
Het daaglijks leven wordt verricht,
Schijnt uit de troosteloze straten
Een ongekleurd namiddaglicht.
De jaren gaan zoals zij gingen,
Er is allengs geen onderscheid
Meer tussen dove erinneringen
En wat geleefd wordt en verbeid.
Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan den tijd;
Altijd november, altijd regen,
altijd dit lege hart, altijd.

J.C. Bloem
uit: Media Vita, 1931

AntiChrist

Mars en Venus. Dat zijn de twee begrippen waarmee de zo vaak problematische ontmoeting tussen man en vrouw tegenwoordig wel wordt verklaard. Maar de verklaring van het wezen van man en vrouw als zijnde rationeel en emotioneel is natuurlijk veel ouder. Het huisje in het bos (bos: bron van universele angst; zie Hans en Grietje, Klein Duimpje, Blair Witch Project e.v.a.) waar het grootste deel van het AntiChrist, de film van Lars von Trier, zich afspeelt heet dan ook Eden.

Lars von Trier kiest ervoor de man en de vrouw in zijn verhaal op de uitersten van ratio en emotie te plaatsen. De brug die hen tussen die uitersten verbindt is die van de oerdrift sex.
De film begint dan ook met sex. Tijdens een heftige vrijpartij klimt hun zoontje uit zijn bedje, op de tafel en uit het raam. En sterft. En sex is de kern van haar schuldgevoelt.

Hij en zij worden door dit verschrikkelijk verlies teruggeworpen op hun meest vertrouwde wezen (of kiezen ze ervoor zich hierop terug te trekken?). Zij verdrinkt in haar verdriet, hij wordt haar therapeut (wat ook zijn vak is). Hij staat klaar met analyse en strategie, hij is bijna onaanraakbaar.
Gaandeweg ontdekken we dat zij al voor het ongeluk soms verontrustend gedrag vertoonde. Waarom trok zij het jongetje telkens z’n schoenen links en rechts verwisseld aan? Wat betekent dat ontsporend handschrift in haar aantekeningen voor het proefschrift dat ze in Eden schreef?

Maar ook hij houdt de poorten van de ratio niet dicht en ontmoet een sprekende vos.

Haar waanzin sloopt ten slotte zijn redelijkheid. De dam van zijn gevoel breekt door en nu blijkt dat opgehoopte emotie, nat als water, een verwoestende kracht heeft. Zij heeft een mens van hem gemaakt, heeft hem gedwongen mens te zijn. En vrouwen lijken dat in hem te herkennen.

Prachtige film!

Stil de tijd

Tiempo1Tegenover die arbeidstijd is in de loop van de twintigste eeuw de zwaar bevochten xe2x80x98vrije tijdxe2x80x99 komen te staan. Gek genoeg wordt deze arbeidsloze tijd echter ook in toenemende mate aan activiteit besteed: verre reizen, survivaltochten of andere xe2x80x98doe-vakantiesxe2x80x99 zijn ongekend populair. Ook in de vrije tijd mag de tijd blijkbaar niet als leeg verschijnen en dient deze maximaal xe2x80x98gevuldxe2x80x99 worden. Het lijkt er op dat we er alles aan doen om de lege tijd te verdrijven. Als er ook maar een moment van verveling dreigt, zappen we snel door naar een volgend opwindingsmoment, alsof verveling en lege tijd ons zo vreemd zijn geworden dat ze ons alleen nog angst kunnen inboezemen. Tegelijkertijd ervaren we tijd steeds meer als iets waarvan we te weinig hebben. Hoe meer tijdsbesparende machines er ook bij zijn gekomen, hoe minder tijd we voor rust en ontspanning over hebben. Hoe sneller we ons kunnen verplaatsen, hoe minder tijd er is om ergens te verblijven. (…) Dat alles heeft de indruk van de tijd als schaarsteproduct versterkt.

Joke J. Hermsen, in haar zojuist verschenen boek ‘Stil de tijd‘.