Groot liegen en dat volhouden

Een paar maanden geleden stuitte ik op het Twitteraccount van Ton van Kesteren, fractievoorzitter van de PVV in de Groningse Provinciale Staten en besloot het te volgen. Gisteren ben ik daar weer mee gestopt. Ik merkte dat de (re)tweets van Van Kesteren mij afwisselend boos en moedeloos maakten.

Via van Kesteren maakte ik kennis met de hele club anti-EU, anti-Islam, anti-publieke omroep, anti-alle andere politieke partijen in Nederland en anti-duurzaamheid activisten: Martin Bosma, Joost Niemoller, Reinette Klever,Thiery Baudet (de intellectueel van de club), en nog wat van dat slag volk. Een interessante, zij het dus niet vrolijk makende ervaring. De uitdrukking ‘van dik hout zaagt men planken’ blijkt hier volstrekt ontoereikend.

van-kesteren-npo

Een vechtpartij in een asielzoekerscentrum toont aan dat Europa op de rand van totale anarchie staat, dat de NPO ons niet bericht over een of andere toespraak door Marine le Pen bewijst dat de omroep alleen linkse Gutmenschen aan het woord laat, als een vluchteling een meisje aanrand zijn alle vluchtelingen testosteronbommen en dat Britse economie zich hersteld heeft van de inzinking die volgde op het Brexit referendum wordt gebracht als is die economie ‘booming’, dus Nexit!

En dan is er de Calimero reflex. Wij, degenen met het gezond verstand, degenen die spreken uit naam van het volk, degenen die als enigen vechten tegen het islamitische monster, ons wordt het zwijgen opgelegd (de NPO, de kranten), wij worden bedreigd en beledigd – ‘geweld komt in de regel van links’- en wat het ergste is, men noemt ons racisten. Maar wij staan vierkant achter Israël en wij houden van homo’s.

van-kesteren-frankrijk

Het PVV volk is ook nogal lichtgeraakt. Leider Geert Wilders kan tijdens de algemene politieke beschouwingen bij herhaling de Koran gelijkstellen aan Hitlers Mein Kampf en iedere islamiet uitmaken voor fascist, elke kritische opmerking jegens de PVV wordt gepareerd met de verongelijkte uitroep ‘zie je wel! demonisering!’

Het stramien is telkens gelijk. Neem een nieuwsfeit, haal het uit zijn context, geef er een draai aan en blaas het op. En op het gevaar af te worden beschuldigd van demoniseren, denk ik dan toch aan deze uitspraak van de minister van propaganda van het Derde Rijk, Joseph Goebbels:

“De Engelsen houden zich aan het principe dat wanneer men liegt, dan moet het een grote leugen zijn, en deze moet worden volgehouden. Zij houden hun leugens vol, zelfs met het risico ermee voor gek te staan.”

Groot liegen en dat volhouden. Het is niet een communicatiestrategie die exclusief is voor de PVV. Die partij is er wel het meest consequent mee. En dat blijft niet zonder gevolg. Ook mensen waarvan je verwacht dat ze erdoor heen kijken hoor je ineens zeggen ‘dat er toch wel iets in zit’ of ‘dat hij (Wilders) de dingen wel bij de naam durft te noemen’.

Troelstra

In een van de boekenkasten van mijn moeder vond ik het eerste deel van de gedenkschriften van Pieter (of zoals hij zich als Fries dichter noemde: Piter) Jelles Troelstra, verschenen in 1931. Nog in goede staat, maar wel 85 jaar oud. Gedrukt op dat dikkige, wat ruw aanvoelend papier waarvan de randen in de loop der jaren een wat gelige verkleuring hebben opgelopen.

Over Troelstra wist ik niet veel meer dan dat hij een der vroege socialistische leiders was en in het bijzonder de man die in 1918 tevergeefs probeerde ook in Nederland revolutie te laten uitbreken.

Zover is het in dit deel, Wording genaamd, nog lang niet. Hij schrijft hier over zijn kinderjaren in Friesland. Dat levert idyllische taferelen op als deze beschrijving van zijn verblijf op de boerderij van de ouders van een vriendje

img_20160914_193403

Maar in de tweede helft van de 19e eeuw was het leven niet steeds zo mooi. Op zijn 11e jaar verliest Troelstra zijn moeder. Drie maanden na de geboorte van haar zevende kind sterft zij aan tbc. Het kind sterft twee maanden later. Troelstra schrijft daarover:

De pasgeborene Albert was ter verpleging medegenomen door mijn tante te Lemmer, waar het kind na twee maanden overleed. Uit Lemmer gaf mijn vader telegrafisch order, dit overlijden aan vrienden en kennissen bekend te maken. Dit werd mij opgedragen. Het bleek echter, bij uitvoering, boven mijn krachten te gaan; reeds bij het eerste huis, waar ik mijn bodedienst trachtte te verrichten, zakte ik ineen en de droeve doodstijding verdronk in een huilbui.

Troelstra was een goede leerling, zij het niet altijd een brave. Met schaamte herinnert hij zich de keer dat hij met een paar vrienden de ruiten van de school ingooide. Zijn vader wilde dat hij bij hem op kantoor zou komen werken en net als hij belastingontvanger zou worden. Dat kantoorwerk bleek echter niet aan Troelstra junior besteed, waardoor hij toch naar de Hogere Burgerschool mocht. Hij werd uiteindelijk advocaat, tweede kamer lid voor de SDAP en ten slotte dus mislukt revolutionair.

 

 

Van het kritisch en het zuur.

In de Correspondent las ik een artikel over Jos de Blok, de baas van Buurtzorg Nederland. Een thuiszorgorganisatie met een bijzondere organisatorische vorm. Thuiszorg doet het zonder managementteam en zonder divisies en zonder teammanagers. Je kunt het artikel hier lezen (pas als je mijn artikel gelezen hebt natuurlijk).

‘Ik wil het even hebben over wat Rutger Bregman, de ‘journalist’, zegt in de eerste alinea. Hij schrijft daarin namelijk dit:

In de journalistiek is het eigenlijk niet de bedoeling dat je iemand echt bewondert. Als jonge verslaggever leer je zure vragen te blijven stellen, of – zoals dat heet – ‘kritisch’ te blijven. Zelf word je geacht geen mening te hebben. (…) Maar er komt een moment dat nóg een zure vraag bijna belachelijk wordt. Dat je jezelf in steeds meer bochten moet wringen om zuur, pardon, kritisch te blijven.

Journalist Bregman maakt hier van de woorden ‘kritisch’ en ‘zuur’ synoniemen. Dat zal degenen die in contact staan met de tijdgeest niet vreemd voorkomen, maar ik vind het behoorlijk gek.

Het is al jaren geleden dat ik op de zaak het woord ‘kritisch’ voorstelde tijdens een bijeenkomst waar wij onder meer bezig hielden met het bedenken van woorden die ons het beste zouden karakteriseren; dat ‘kritisch’ werd afgewezen, het zou een negatieve lading hebben. En sindsdien heeft de positieve levenshouding wild om zich heen gegrepen. ‘Leuk!’ is inmiddels dan ook een van ’s lands meest gebruikte woorden, net als ‘Super!’. Zonder de zogenaamde hands-on mentaliteit kom je nergens en we zijn dag in dag uit bezig van alles en nog wat beter te maken. Leuk! De website managementboek.nl floreert ervan.

Tegen de gevolgen van al dat goedbedoelde optimisme steekt de organisatie van Jos de Blok weldadig af, vindt Rutger Bregman. Hij kan dat natuurlijk alleen maar vinden door met de zure, pardon kritische blik van Jos de Blok te kijken naar de werkelijkheid waarin de rest van de zorg zich op heden bevindt. En niet alleen de zorg trouwens. Uit het stuk van Bregman:

Vraag: Heeft u iets waarmee u zichzelf motiveert? Steve Jobs zou iedere ochtend in de spiegel tegen zichzelf hebben gezegd: wat zou ik doen als dit mijn laatste dag was?
Antwoord: ‘Ik heb zijn boek ook gelezen en ik geloof er geen hout van.’

Vraag: Gaat u vaak naar netwerkbijeenkomsten?
Antwoord: ‘Op de meeste bijeenkomsten gebeurt niets, daar zie ik alleen mensen die elkaars meningen bevestigen. Die sla ik dus liever over.’

Vraag: Hoe motiveert u [uw medewerkers]?
Antwoord: ‘Niet. Daar gaat een soort betutteling van uit, vind ik.’

Vraag: Waar ontstaat dan de stip aan de horizon, waar u en uw teams enthousiast van worden?
Antwoord: ‘Die stip is er niet. Ik heb daar niks mee, met zo’n stip.’

Als ik dat soort antwoorden zou geven zou menig wenkbrauw gefronst worden. Wat een zuurpruim, die Remko. Maar als de Blok het zegt is het visionair en helemaal niet zuur, vindt Bregman. Hij schrijft: ‘Aan het einde van ons gesprek realiseer ik me pas echt waarom Jos de Blok zo inspirerend is. Hij is een visionair die de wereld eenvoudiger maakt.’