Koffierevolutie

Koffierevolutie

“Het is geen geheim dat op dit moment het overgrote deel van het geld dat verdiend wordt met koffie, verdwijnt in de zakken van slechts een handjevol grote multinationals, door ons Big Coffee genoemd”, zegt Guido van Staveren, oprichter van Moyee. “Als we koffieproducerende landen de kans geven hun bonen binnen eigen landsgrenzen te branden, dan zouden zij miljarden euro’s meer verdienen. Een bruine boon is gemiddeld 3 tot 5 keer meer waard dan een groene boon.” Dat is wat FairChain koffie is.

“We zijn sociale ondernemers. Koop vooral geen Moyee koffie omdat je ons zo aardig vindt. Koop Moyee koffie omdat je koffie wilt drinken en omdat je de wereld wilt veranderen. Koffie is een van de grootste commodity producten ter wereld. Je zult verbaasd zijn hoeveel impact jouw keuze voor een koffiemerk heeft.”

Vernederend werk

Stel, je hebt een baan. Een baan bij de gemeente. Je houdt de stad schoon. Geen onbelangrijk werk. Je ziet wel eens beelden van steden waar de stadsreiniging staakt. Binnen de kortste keren verandert zo’n stad in een vuilnisbelt.

Nu besluit de Nederlandse regering dat werklozen best iets terug kunnen doen voor de uitkering die ze krijgen. Ze moeten één dag in de week vrijwilligerswerk gaan doen. En als ze zelf niets vinden moeten ze die dag bijvoorbeeld gaan helpen bij het schoonhouden van de stad.

Een storm van protest steekt op en niet alleen onder werklozen. “Heb ik daarvoor mijn hbo studie gedaan!?” vraagt iemand zich verontwaardigd af. “Ik heb daar maar anderhalf van de acht uur echt gewerkt!” moppert een ander. En de wethouder van ‘Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering en Bestuurlijk stelsel’ in Amsterdam, Andrée van Es van GroenLinks, vindt dat het vernederend is voor werklozen dit werk, jouw werk te moeten doen, één dag per week.

Je zou toch haast zeggen: vernederend, dat ze zo over je werk praten.

Pound foolish in de zorg?

In mijn wijkje is een kruispunt. Dat kruispunt heeft vier hoeken en op drie van die vier hoeken zat eens een winkeltje. Een bakker, een slager en een groenteboer.
De supermarkt kwam, als onderdeel van een groter bedrijf, en moest klanten winnen en kosten besparen. Het supermarktbedrijf zette (en zet) zijn leveranciers onder druk om goedkoper te leveren. De boeren en Unilever klaagden wel, maar de supermarkt is machtig; wie te duur is komt niet in het schap. De consument keek toe. Zijn boodschappen werden goedkoper maar die buurtwinkeltjes zijn nu studentenhuisjes; en kleine boeren bestaan niet meer.

Dit gebeurde allemaal al jaren geleden.

Nu is de zorg aan de beurt.
De zorgverzekeraars willen klanten winnen met mooie aanbiedingen. De zorgaanbieders moeten goedkoper leveren en ook betere kwaliteit. Gaan ze daar allemaal in slagen? Paul van Rooij, de directeur van GGZ Nederland, vreest van niet. Hij ziet een weeffout in het systeem. ‘t Is jammer dat Paul van Rooij de weeffout pas ziet nu deze zijn systeem bereikt. In hét systeem heeft de weeffout zijn effect allang gehad.