De slaper in het dal – Arthur Rimbaud

Een kuil vol groen waar een rivier door zingt
die ’t kruid met flarden zilver onbesuisd
bespat; vanaf het fier gebergte blinkt
de zon: een klein dal dat van stralen bruist.

Een jong soldaat, blootshoofds, met open mond,
de nek in blauwe kers gedompeld, ligt
in openlucht te slapen op de grond
bleek in zijn groene bed vol plenzend licht.

Zijn voeten in het lis, zo slaapt hij. Zwakjes
lachend zoals een ziek kind, soest hij zachtjes:
Natuur, wieg hem vol warmte: kou heeft hij.

De geuren doen zijn neusvleugels niet trillen;
hij slaapt in de zon, één hand op zijn stille
borst, rechts twee rode gaten in de zij.