Vannacht droomde ik dat ik in Zwijndrecht was. Ik ben daar nooit werkelijk geweest. Weliswaar heb ik lang geleden een paar maanden gewerkt bij Chemproha en later nog bij Unimills, maar die twee bedrijven bevonden zich over de brug direct links, aan de rivier, wat betekent dat je de plaats zelf rechts laat liggen.
Toch droomde ik dat ik met W in Zwijndrecht was. Bovendien waren wij middels een reis door de tijd in het Zwijndrecht van de jaren vijftig terecht gekomen. Wij waren ons daarvan bewust, de mensen ter plaatse niet.
Misschien roept de tijdaanduiding ‘de jaren vijftig’ een nogal grauw beeld op. Niets bleek echter minder waar. Het was licht en zonnig in de straten en op de pleinen waarlangs wij dwaalden. Die pleinen en straten leken natuurlijk helemaal niet op het reeel bestaande Zwijndrecht, het was immers een droom. De huizen waren ouder, het beeld van de stad meer 19e eeuws. Er waren tamelijk veel mensen op straat, maar het voelde niet druk. Integendeel. Iedereen leek heel ontspannen, echt zomers was het. Het vervulde mij met verlangen. Vooral toen we op een punt kwamen vanwaar je over het water (de zee? Maar dat kan toch niet?!) uitkeek, het water waarin het zonlicht schitterde.
En ik werd wakker in Groningen, waar het wel niet werkelijk wintert, maar toch zeker geen zomer is.