4 mei 1990

4 mei

Hoe gaarne, hoe gaarne zouden de dichters
de daden bezingen van grote goden
die daar wandelen boven de bomen
licht van ons lied en eeuwig leven
van onze sterfelijkheid.

Maar deze lente van wind en tranen
nu ons hart herinnering wordt,
ons oog duisternis, deze avond
zijn wij alleen met ons zelf, ons leven
houdt de adem in,
nu lopen de doden,
die het geweten van onze vrede
die het verleden van onze toekomst
die met ons samen mensen zijn,
tussen ons in in het vorstelijke
het vrolijke het verraderlijke
licht van het voorjaar, de vierde mei.

Jan Willem Schulte Nordholt

3 gedachten over “4 mei 1990

  1. Oeh.. en dan zit de rest met scheve ogen te kijken, want die snotneus zal zich wel aanstellen en laat het werk aan de anderen over! Is hij nu helemaal gek geworden? Wat een luilak is het toch ook.

    Kantoorpolitiek? Genieten 😉

    Like

  2. Wat voor werk doe je eigenlijk? Lijkt mij niks, wat het ook is, maar ik hou niet van druk zijn… tenminste niet met papieren. Ben liever druk dat ik wat harder moet rennen, zoals op mijn werk. Ik vraag me dan ook regelmatig af wat ik op de universiteit te zoeken heb 😀 Sterkte met je werk!

    Like

Geef een reactie op Mm.. Reactie annuleren