6 november 1990

Insomnia

Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood,
En het leven vliet gelijk het vlood,
En elk zijn is tot niet zijn geschapen.

Hoe onmachtig klinkt het schriel ‘te wapen’,
Waar de levenswil ten strijd mee noodt,
Naast der doodsklaroen schrille stoot,
Die de grijsaards oproept met de knapen.

Evenals een vrouw, die eens zich gaf,
Baren moet, of ze al dan niet wil baren,
Want het kind is groeiende in haar schoot,

Is elk wezen zwanger van de dood,
En het voorbestemde doel van ’t paren
Is niet minder dan de wieg het graf.

J.C. Bloem

4 gedachten over “6 november 1990

  1. Nou, precies. Als ik hoor dat in een gedeelte van het gebouw niet eens een centrale ver/ontgrendeling aanwezig was, en dat er meer uitzendkrachten dan goed geschoold personeel aanwezig was… maar ja, ik was er niet bij, precies weet ik het ook niet. Erg is het in ieder geval wel. En wat mij betreft een verblijfsvergunning voor die vluchtelingen die hiermee nog een trauma hebben ondervonden, na het trauma dat zij probeerden te ontvluchten en dat van de onzekerheid.

    Like

Plaats een reactie